Opruimen, een opgeruimd huis waarin je kan ontspannen. Een plek waar het fijn thuiskomen is, een plek om tot rust te komen en plezier te maken. Te doen wat je graag doet. Dat willen we allemaal. Een opgeruimd huis is voor de meeste mensen aantrekkelijk, maar waarom doen we het niet? Wat houd ons tegen om op te ruimen? In deze blog ga ik hier uitgebreider op in.
Opruimen op de prioriteitenlijst
In een druk leven, staat opruimen niet altijd bovenaan de prioriteitenlijst. We hebben vaak veel verantwoordelijkheden en beperkte tijd. De wens om ‘vrije’ tijd te besteden aan hobby’s of sociale contacten gaat dan geregeld voor. We weten dat echt opruimen tijd kost, en daarbij ervaren veel mensen een tekort aan tijd.
Het moment dat opruimen bovenaan de prioriteitenlijst komt te staan is vaak het moment dat we het echt goed zat zijn met onze rommel. Tot die tijd ‘ŕommelen’ we vaak wat door. Hierover schrijf ik ook in blog opruimen volgens de KonMari methode van Marie Kondo.
Emotioneel gehecht aan spullen
Veel mensen zijn gehecht aan hun spullen. Dit is een van de redenen waarom we niet opruimen. We weten niet goed hoe we om moeten gaan met die gevoelens. We projecteren onze gevoelens op onze spullen en we koppelen warme herinneringen aan de spullen die daarbij horen. Deze emotionele band met spullen, maakt het lastig om deze spullen ‘zomaar’ weg te doen. Voor sommige mensen is hun verzameling spullen een deel van hun identiteit, en opruimen kan voelen als het verliezen van een deel van zichzelf.
Overweldigd gevoel
Wanneer je door een druk bestaan, al weinig aan het opruimen van je huis toekomt, kan de gedachte aan een grote opruimklus ontmoedigend zijn. Hierdoor zijn we geneigd het uit te stellen of helemaal niet aan opruimen te beginnen. Zeker als je al een druk leven hebt en je vaak overweldigd voelt, kan het opruimen van je huis als een TE grote klus voelen. Terwijl opruimen juist de ruimte en focus kan creëren waar je eigenlijk behoefte aan hebt.
Niet opruimen uit angst voor de toekomst
De reden dat we het moeilijk vinden om spullen weg te doen of op te ruimen heeft vaak te maken met een angst voor de toekomst of het willen vasthouden aan het verleden. Spullen kunnen ons een gevoel van schijnveiligheid geven. We denken dan beter voorbereid te zijn op onverwachte situaties en houden daarom aan allerlei spullen we vast. Spullen die we nu niet gebruiken en misschien nog nooit gebruikt hebben, kunnen dan toch moeilijk zijn om weg te doen omdat we denken dat we ze in de toekomst misschien nodig hebben. Deze manier van denken vanuit angst en tekorten houd ons tegen om op te ruimen en ook om in het hier en nu te leven.